De wereld ontwaakt. Hier in de luwte zindert het stillekes.
Het ongeduld van de mensen om het leven weer op te pakken is zichtbaar. Ondanks
alle vooraangekondigde restricties met het dreigende oog op een tweede golf. Of
zelfs een derde, of misschien zelfs – zoals sommigen beweren – een
eeuwigdurende terugkerende golf.
Eenrichtingsverkeer in winkelstraten, voorzichtige
heropening van de horeca, ontlasting van de ziekenhuizen, het geknutsel tijdens
het nieuwe begroeten, de afbakening van rijen voor supermarkten, het ontsmetten
van gebruikte voorwerpen, het gebruik van tweede woningen, het gereguleerd bezoeken
van zorginstellingen en ziekenhuizen, de dreigende kaalslag in de cultuur, en
de ophanden zijnde recessie (die volgens enkele economen maar van korte duur
zal zijn)… het zijn de omstandigheden die velen van ons zien dat het ergste
leed is geleden.
Ik laat graag in het midden of dat allemaal klopt.
Ik wacht af. Ik wacht af met de wetenschap dat ik hier in de
luwte mij eigenlijk best wel vermaak. Ondanks dat mijn actieradius al twee
maanden zeer beperkt is en ik elke rits in de muren heb verkend; elk stofje heb
weggewerkt; elke dag geen ander nieuws heb gezien dan corona hier, corona daar;
elk blaadje van planten en bomen aan een nauwkeurige inspectie heb kunnen
onderwerpen (dus de lente op de voet heb gevolgd); nog nooit zo weinig
kilometers heb gemaakt om vrienden, bekenden, collega’s te kunnen zien; bijna
elke dag – met dank aan het prachtige weer – kan genieten van die ongekend
strakke blauwe luchten, bijna zonder condensstrepen; de terugkeer van de bevers;
Ilja Leonard Pfeijffer heb zien degraderen van een briljant schrijver, dichter
tot een middelmatig chroniqueur; op afstand afscheid heb moeten nemen van
enkele gewaardeerden, bekenden, jazelfs een geliefde, en hier en daar zelfs
mensen heb kunnen troosten, kunnen oppeppen.
Dat alles hier in de luwte. De luwte waar ik me desondanks
of juist dankzij, op mijn plek voel. Want hier vanuit de luwte ben ik alleen
maar indirect getroffen door de waan van de dag, die in tijden van corona,
alleen nog maar prangender en bedrukkender is geworden en door de uitwas waarschijnlijk
manifester wordt dan ooit. Omdat de waan nu gereguleerd is en zoals het er naar
uit ziet ook zal blijven. Dat noemen ze het ‘nieuwe normaal’.
Daarom verkies ik om in de luwte te blijven, en kan ik
vanuit deze uitkijkpost verder gaan met mijn observaties en met de juiste,
afstand gadeslaan dat de lucht weer langzaam troebeler wordt, dat de
shop-till-you-droppers de binnensteden weer overrompelen, en de schijnbaar
zorgelozen weer worden aangespoord om overprijsde lattes en frappucinos te
drinken, dat de verveelde mens zich laat verdoven door het ene na het andere
overrompelende evenement, dat Ryan Air ons weer aanspoort om net te doen alsof
we allemaal voor een prikkie wereldreizigers kunnen zijn, en in het kielzog daarvan
het verdienmodel Airbnb de mooie binnensteden tot rolbanen voor miljoen sleepkoffers
ombouwt, , dat ik kritiekloos even de auto neem om een paar kilometer verderop
een pakje shag te kopen.
De luwte. Het is een luxe. Die wil ik houden en wacht met
spanning het vervolg af.